Netwerkpleegzorg

NETWERKPLEEGZORG ERVARING

Ons neefje Oskar

Mijn vrouw en ik zijn netwerkpleegouders geworden voor ons neefje, Oskar, nu 7 jaar.
Wij hebben nooit bewust gekozen voor pleegzorg, maar zijn er eigenlijk zo ingerold.

Mijn nicht (dochter van een zus van mijn moeder) zorgde alleen voor Oskar. Zij en haar ex-man waren verwikkeld in een vechtscheiding. Oskar had geen contact meer met zijn vader.

Op een avond hoorden buren Oskar uren achtereen huilen. Zij werden ongerust. Toen zij gingen kijken vonden zij mijn nicht buiten bewustzijn op de grond en een kleine Oskar, die helemaal overstuur was. De buren alarmeerden de politie en Jeugdzorg werd ingeschakeld.
Mijn nicht werd in het ziekenhuis opgenomen. Zij had aangegeven dat Oskar wel naar ons gebracht kon worden. Wij woonden in de buurt en pasten weleens op Oskar. Zo werden wij door Jeugdzorg benaderd met de vraag of Oskar een paar dagen bij ons mocht logeren. Wij zijn dol op Oskar en hij was natuurlijk welkom bij ons.

Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

‘Veilig Thuis’ werd ingeschakeld en de Raad voor de Kinderbescherming deed onderzoek naar de gezinssituatie. Op basis van dat onderzoek werd door de rechter een Ondertoezichtstelling uitgesproken en een ‘Machtiging uithuisplaatsing’ afgegeven.
De aangestelde gezinsvoogd sprak met de moeder. Ons werd gevraagd of Oskar nog een paar weken bij ons mocht blijven, zodat mijn nicht aan haar herstel kon werken. Dat deden wij natuurlijk met liefde voor zowel Oskar als voor mijn nicht.
Er bleek sprake te zijn van een alcoholverslaving bij mijn nicht. De GI, de Gecertificeerde Instelling voor Jeugdbescherming, kon de vader van Oskar niet traceren.

Het herstel van mijn nicht verliep anders dan gehoopt. Het afkicken van de alcohol viel niet mee. De gezinsvoogd stelde een bezoekregeling vast voor moeder en kind. Het lukte mijn nicht echter vaak niet om op de afgesproken tijd te komen.  Oskar zag zijn moeder hierdoor maar af en toe.  Met mijn nicht ging het steeds verder bergafwaarts.

Oskar ontwikkelde zich bij ons tot een vrolijk boefje. Hij speelde graag met Duplo en werd goede maatjes met Jack, onze hond. Regelmatig bezochten wij de kinderboerderij met hem, waar hij geen genoeg kon krijgen van de kleine geitjes. 
Na de bezoeken van zijn moeder was hij meestal behoorlijk van streek. Hij gooide zich dan bij het minste of geringste krijsend op de grond en was niet meer aanspreekbaar. 

Perspectiefbiedend pleeggezin voor Oskar

Uit het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming was naar voren gekomen dat Oskar niet terug kon naar zijn moeder en dat hij op moest groeien in een pleeggezin. De gezinsvoogd nam contact op met een Pleegzorgaanbieder met de vraag een pleeggezin voor Oskar te zoeken.
De vader van Oskar werd uiteindelijk wel gevonden, maar hij bleek geen vaste woon- of verblijfplaats te hebben en kon daardoor niet voor Oskar zorgen.
De mogelijkheid om Oskar bij zijn grootouders (ouders van mijn nicht) op te laten groeien werd bekeken. Grootvader had gezondheidsklachten, waardoor die mogelijkheid afviel. Uiteindelijk werden wij door de gezinsvoogd benaderd met de vraag of Oskar bij ons mocht opgroeien. Wij hebben er goed over nagedacht, maar konden het niet over ons hart verkrijgen om hem naar een pleeggezin over te laten plaatsen, bij mensen die hij niet kende.  Bovendien was hij inmiddels al ruim 15 maanden bij ons en hij begon zich steeds meer aan ons te hechten. Wij stemden in en werden zo zijn perspectiefbiedende pleeggezin.

Met zijn vader werd wel een omgangsregeling getroffen. Dit bleek tegen het zere been van mijn nicht en haar ouders (grootouders van Oskar) te zijn. Zij waren van mening dat de vader hun dochter ‘had laten zitten met Oskar’ en vonden het dan ook niet gerechtvaardigd dat hij nu contact met Oskar zou hebben.

Er ontstaan spanningen binnen de familie

Mijn oom en tante (grootouders van Oskar) benaderden ons en zetten ons onder druk om af te zien van de bezoeken van Oskar met zijn vader.  Bovendien vonden zij dat wij wat coulanter moesten zijn tegenover hun dochter en haar buiten de door de gezinsvoogd vastgestelde bezoekregeling ook moesten ontvangen, zodat zij méér contact met haar kind kon hebben. Wij probeerden uit te leggen dat een bezoekregeling was vastgelegd en er afspraken waren gemaakt met de gezinsvoogd. Wij wilden ons daaraan houden.

Het kwam regelmatig voor dat mijn nicht onaangekondigd voor de deur stond en haar zoon wilde zien. Zij was dan regelmatig dronken en niet voor rede vatbaar. ‘Oskar was tenslotte haar zoon’, zei zij dan. De relatie tussen mijn nicht en mij kwam hierdoor behoorlijk onder druk te staan.

Het kwam ook weleens voor dat wij oppas nodig hadden. In het begin brachten we Oskar dan naar zijn grootouders, maar zij nodigden dan ook hun dochter uit om haar kind te kunnen zien. Omdat Oskar zo negatief reageerde nadat hij zijn moeder had gezien, besloten wij, in overleg met onze pleegzorgbegeleidster om Oskar voortaan bij mijn ouders te brengen als we oppas nodig hadden.
Mijn ouders steunden ons door dik en dun, maar mijn moeder kreeg daardoor ruzie met haar zus (grootmoeder van Oskar).

In de afgelopen jaren zijn de familiebanden behoorlijk onder druk komen te staan. De families opgesplitst in twee delen. Het ene deel steunt ons en het andere deel steunt mijn nicht. Hierdoor zijn feestdagen en verjaardagen ook ingewikkeld geworden.
Wij zorgen nog steeds met veel liefde voor Oskar, maar de prijs die wij betalen voor onze keuze om Oskar in ons gezin te laten opgroeien is best hoog gebleken.

Pleegvader van Oskar

Namen zijn fictief